Deze vakopleiding duurt drie jaar. Studenten komen deze opleiding volgen na het basisjaar te hebben doorlopen, of ze komen van buiten de school. Het onderwijs is zowel klassikaal als individueel, en vindt binnen én buiten het klaslokaal plaats.

Eerste vakjaar

Het eerste vakjaar is vooral een inleiding tot theorie en praktijk van grafisch ontwerpen. Je hebt (ten minste) vier of vijf vakken per week. Bij elk vak horen opdrachten en er worden meestal twee opdrachten per vak per semester gegeven; drie of vier opdrachten per vak per jaar, dus in totaal ongeveer zestien opdrachten per schooljaar. In het tweede semester wordt er een speciaal schrijfvak aan het programma toegevoegd.

Tussen de opdrachten in zijn er drie afzonderlijke workshops van een week, die worden gegeven door speciaal uitgenodigde gastdocenten. Meestal zijn deze workshops gericht op specialisaties in grafisch ontwerpen, bijvoorbeeld lettertypeontwerp, programmeren, scenografie of fotografie. Elk semester wordt afgesloten met een opdrachtpresentatie, waarin de doorlopen processen en de voortgang in de loop van het semester met de docenten worden besproken.

Tweede vakjaar

Het tweede vakjaar is net zo gestructureerd als het eerste, maar de vakken en media worden verder uitgediept. Je hebt (ten minste) vier of vijf vakken per week. Bij elk vak horen opdrachten en er worden meestal twee opdrachten per vak per semester gegeven; drie of vier opdrachten per vak per jaar, dus in totaal ongeveer zestien opdrachten per schooljaar. In het tweede semester wordt er een speciaal schrijfvak aan het programma toegevoegd. 

Tussen de opdrachten in zijn er drie afzonderlijke workshops van een week, die worden gegeven door speciaal uitgenodigde gastdocenten. Meestal zijn deze workshops gericht op specialisaties in grafisch ontwerpen, bijvoorbeeld lettertypeontwerp, programmeren, scenografie of fotografie. Elk semester wordt afgesloten met een opdrachtpresentatie, waarin de doorlopen processen en de voortgang in de loop van het semester met de docenten worden besproken.

Derde vakjaar

Het derde vakjaar is het eindexamenjaar en bestaat uit het eindexamen, de scriptie en toegepaste opdrachten. Het eindexamenjaar begint met een residency van zes weken buiten Amsterdam, een uitgebreide oefening om motivatie voor onafhankelijke werkprocessen op te doen. Tijdens deze periode begin je met je scriptie en daar werk je in Amsterdam aan verder. De scriptie moet klaar zijn voor de eerste opdrachtpresentatie in januari. 

Voorafgaand aan deze presentatie heb je (ten minste) vier vakken per week, maar de opdrachten hebben een meer structureel karakter: je wordt gestimuleerd om zelf een vraag, onderwerp en/of vorm voor de opdracht te bepalen. De opdrachtpresentatie van januari is belangrijk omdat het de bedoeling is dat hiermee bij jou en je docenten het vertrouwen ontstaat dat je er klaar voor bent om af te studeren bij de Academie. In het tweede semester worden de docenten mentoren en kun je de richting van je studie zelf bepalen. Dit semester mondt uit in een of meer projecten voor de eindexamententoonstelling, die je individueel of in samenwerking met andere studenten uitvoert. Je spreekt wekelijks twee mentoren die aan jou zijn toegewezen, en eventuele speciale gastdocenten die bij de Academie zijn uitgenodigd.

In het eindexamenjaar ga je ook toegepaste opdrachten doen: ‘echte’ opdrachten, waarin je grafische ontwerpen maakt voor opdrachtgevers van zowel binnen als buiten de school, bijvoorbeeld voor de campagne voor de jaarlijkse eindexamententoonstelling van de Rietveld Academie, de campagne voor de Rietveld-modeshow, de campagne voor de Open Dag en nog veel meer. Voor de toegepaste opdrachten werk je nauw samen met de opdrachtgever, onder begeleiding van docenten van de afdeling. De eindexamententoonstelling wordt in juni gehouden en is toegankelijk voor publiek.