Jelle van Houten voor zijn bootje met turfblokken in wording. Locatie in het water achter de Rietveld. Foto Emma Slaats

Over de schoonheid van de eindeloosheid
Gesprek met Jelle van Houten

Met zijn bootje vol eigen gestoken turf is Jelle van Houten (NL, 1988) genomineerd voor de Gerrit Rietveld Academie Awards. ‘Mijn werk is een onderzoek naar de seizoenen in een jaar. In de zomer ben ik het liefst buiten, op avontuur. In de winter heb ik weinig energie en schilder ik binnen. Zo gaat het ook met turf en het steken daarvan. In de lente en zomer steek je buiten, in de herfst droog je, en in de winter stook je. We worden allemaal beïnvloed door die cyclus, altijd.’ 

Door Emma Slaats

‘Mijn ideeën zijn vaak ontdekkingstochten zonder een vooropgesteld plan. Voor mijn eindproject ging ik tweeëneenhalve week geleden om vijf uur ’s ochtends met mijn bootje naar een eilandje dat ik gevonden heb, hier in de buurt. Daar stak ik turf, en laadde het in mijn bootje. Het turfsteken is zwaar, de natte modder zuigt vacuüm dus ik moest met twee handen kracht zetten. Intussen kwam honderden muggen op mijn gezweet af.’

Het bootje ligt nu hier aan het water bij de Rietveld academie, een klein sloepje met een plastic zeil op de bodem waar een grote berg zwarte modder, turf dus, op ligt. Jelle heeft het druk, want hij moet nog een hoop ‘turfjes’ maken, baksteenvormige blokken van modder die hij vormt in een houten mal. Vervolgens laat hij de stenen drogen in de zon op de binnenplaats van het academiegebouw, symmetrisch in rijen naast elkaar. Als ze gedroogd zijn, stapelt hij ze op in zijn oude atelier tot er een hoge schoorsteen van turfjes is ontstaan. Er hangen ook drie doeken die Jelle maakte van de vuilresten die overbleven na het maken van de eerdere turfjes.

‘Ik vraag me vaak af of ik wel in de kunstwereld pas. Aan de ene kant is het natuurlijk een plek waar je heel veel dingen kunt doen die nergens op slaan, maar de twijfel is er altijd. Moet ik niet gewoon aan het schilderen zijn in de studio, in plaats van in een bootje met turf rondvaren? Maar ik iets omdat ik graag een totaal nieuwe ervaring wil hebben? Natuurlijk is het leuk om hier te zijn en mijn ideeën met mensen te delen en er vragen over te krijgen, maar uiteindelijk gaat het om die paar momenten om vijf uur ’s ochtends, dat ik met een klein kookstelletje pruttelkoffie zet op het eiland en denk: Oh, waar ben ik mee bezig. En dat ik dan koffie drink en de zwanen langs zwemmen en het water compleet stil is. Dat zijn de kernmomenten.’ 

Hoe kwam je bij turf terecht?

‘Ik woon zelf op een boot en leer graag over verschillende soorten boten. Ik raakte geïnteresseerd in turf door een waanzinnige foto van een turfsteekboot. Gedroogd turf is heel licht, dus het werd vroeger enorm opgestapeld op de boot, tot het drie, vier meter hoog was. Het vormde zo een groot, zwart blok, en dan zat er één iemand boven op dat blok. De boot werd getrokken door mensen of paarden. Ik vond het een heel raar idee dat het landschap tot zulke kleine, handzame blokjes wordt gemaakt, dat langzaam door het water trok. Dat beeld bleef hangen.’

Weet je waarom je dit bent gaan doen?

‘Mijn werk is een onderzoek naar de seizoenen in een jaar. Ik ben heel gevoelig voor die cycli. In de zomer ben ik het liefst buiten, op avontuur. In de winter heb ik weinig energie en schilder ik binnen. Het turfsteken wordt ook beïnvloed door die fases: in de lente en zomer steek je buiten, in de herfst droog je, en in de winter stook je. Eigenlijk worden we allemaal beïnvloed door die cyclus, altijd. In het eindeloze ervan zit een bepaalde nutteloosheid. Als je heel groot denkt, is alles wat we doen nutteloos. We zijn hier zonder reden, we hadden er ook niet kunnen zijn. Je kunt je opwinden over een probleem, maar tegelijk is het maar een illusie.’

Is die illusie bevrijdend voor jou, of deprimerend?

‘Dat hangt af van het seizoen. In de zomer kan ik heel luchtig zijn en juist heel vrij omgaan met de wetenschap van die illusie. Ik kan dit soort rare projecten doen die eigenlijk nergens op slaan. Ik kan gewoon een bootje opknappen en gaan. Dat zorgt voor heel veel vrijheid. In de winter zorgt de wetenschap van die illusie juist voor veel donkerder gedachtes. Eerder: ‘’Wat ben ik aan het doen? Het slaat nergens op. Het is toch allemaal zinloos”. 

Speelt toeval een grote rol in jouw werk?

‘Dat vind ik een van de mooiste dingen in de kunst: dat ik iets wil doen, maar van tevoren absoluut niet kan zeggen wat er gaat gebeuren of wat eruit komt. Ik volg mijn nieuwsgierigheid. Wat als ik al die gedroogde turf stook in een kacheltje, op het eiland waar ik het vandaan heb? En ik pas wegga als het laatste blokje helemaal opgebrand is? Wat gaat dat mij brengen? Misschien stook ik het in vier dagen op, misschien in vier weken. Geen idee. Ik zal ingeblikt eten meenemen, en een hutje bouwen dat water- en winddicht is. Het is een experiment, waarbij ik de turf op het eiland zal opstoken waar ik het ook vandaan heb, en dat te ondergaan. Of het leuk of zwaar wordt, dat weet ik niet, maar er is in ieder geval dit: een nieuw avontuur.’